Skip to main content

Geen goede maatbestemming

De uitspraak van de AbRvS van 1 april 2015, nr. 201400577/1/R4, gaat over het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2013’ van de gemeente Franekeradeel. Het plan ziet onder meer op een al ter plaatse gevestigde schapenhouderij en loon- en kraanbedrijf. Voor deze bedrijven zijn in het verleden vergunningen verleend. De raad geeft aan dat in het bestemmingsplan is gekozen voor regeling die aansluit bij de vergunde mogelijkheden. De Afdeling constateert evenwel dat zowel de gebruiks- als de bebouwingsmogelijkheden ruimer zijn. De gevolgen van die ruimere bestemming zijn bovendien niet onderzocht. Zoals we vaker zien, gaat het dan mis. De Afdeling past wel de bestuurlijke lus toe en draagt de raad op om alsnog nader onderzoek te doen naar de gevolgen van de verruimde mogelijkheden en indien nodig de bestemmingsregeling aan te passen.

Deze uitspraak is om nog een andere reden interessant. De raad heeft in de in de planregels opgenomen definitie van het begrip ‘grondgebonden agrarische bedrijfsvoering’ verwezen naar in de plantoelichting opgenomen richtlijnen voor het bepalen van de grondgebondenheid. De betreffende richtlijn bevat geen harde, algemene normen voor de uitleg van het begrip ‘grondgebondenheid’. De verwijzing is bedoeld om te verduidelijken aan welke vereisten een bedrijf moet voldoen. De Afdeling accepteert deze manier van definiëren van het begrip in de planregels. Dezelfde overwegingen op dit onderdeel van de uitspraak vinden we terug in een andere uitspraak van 1 april 2015, nr. 201309066/1/R4. Die uitspraak ziet op het bestemmingsplan voor het buitengebied van een andere Friese gemeente, Leeuwarderadeel.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique.