Het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland heeft aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heiloo geweigerd een ontheffing te verlenen van de provinciale verordening. Een dergelijke ontheffing is noodzakelijk om planologisch medewerking te kunnen verlenen aan de realisatie van de windturbine. Het college van burgemeester en wethouders voert een aantal argumenten aan op grond waarvan gedeputeerde staten de ontheffing niet zouden hebben kunnen weigeren. Blijkens de uitspraak van de Afdeling van 1 april 2014, gepubliceerd onder nummers 201401654/1/R1 en 201402613/1/R1, kunnen de naar voren gebrachte argumenten de Afdeling echter niet overtuigen. Allereerst stelt het college zich op standpunt dat het verminderde draagvlak voor windturbines aanleiding is voor de geweigerde ontheffing en dat dat geen provinciaal belang is. De Afdeling overweegt dienaangaande, onder verwijzing naar een uitspraak van 20 augustus 2014, dat aan artikel 32 van de PRVS een provinciaal belang ten grondslag ligt. Ook het argument ontleent aan de Elektriciteitsweg en meer in het bijzonder artikel 9e, baat het college niet. Het college betoogt dat uit bedoeld artikel volgt dat het college van gedeputeerde staten gehouden is medewerking te verlenen aan de realisatie van een windturbine. De Afdeling overweegt dat een dergelijke verplichting niet geldt. Er moet – kort gezegd – altijd een afweging te worden gemaakt door gedeputeerde staten of een initiatief wel of niet ruimtelijk aanvaardbaar is.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco.