Externe saldering: rechtspraak blijft zich ontwikkelen
Een uitspraak over externe saldering van, in dit geval, de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van 12 mei 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:1388) dient in deze tijd niet te ontbreken in de omgevingsflits. Omdat het ingewikkelde materie blijft waar u wellicht niet dagelijks mee te maken heeft, een wat uitgebreidere/ schematische weergave.
Wat er aan de hand? De gemeenteraad van Enschede heeft een bestemmingsplan vastgesteld dat de herontwikkeling van de voormalige vliegbasis Twenthe mogelijk maakt. In de omgeving van de voormalige vliegbasis ligt kwetsbare natuur en appellanten grijpen dit argument aan om te procederen tegen het vaststellingsbesluit.
De in het bestemmingsplan geboden mogelijkheden leiden onder meer tot een extra stikstofdepositie op het (stikstofgevoelige en overbelaste) Natura 2000-gebied Lonnekermeer. Dat volgt ook uit de passende beoordeling. De gemeenteraad stelt zich op standpunt dat een mitigerende maatregel kan worden genomen waarmee de significant negatieve gevolgen kunnen worden weggenomen. Die maatregel is extern salderen. Een bestaande pension- en trainingsstal voor 30 paarden wordt beëindigd. De van deze inrichting afkomstig depositie wordt ingezet voor de planologische ontwikkeling die het bestemmingsplan mogelijk maakt.
Appellanten voeren twee argumenten aan die beide interessant zijn. Het allereerste – principiële – argument is dat een mitigerende maatregel ook kan worden ingezet als instandhoudingsmaatregel of als passende maatregel (verwezen wordt naar de bekende PAS-uitspraak van 29 mei 2019, naar art. 6, lid 1, en 6, lid 2, Habitatrichtlijn en de uitspraak van de Afdeling van 24 november 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:2627) (Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat). Dat argument slaagt: de gemeenteraad moet dit nader onderbouwen. Dit nader onderbouwen kan overigens wel, zoals onder meer blijkt uit de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 oktober 2021 (ECLI:NL:RBGEL:2021:5684).
Het tweede argument is dat de pension- en trainingsstal feitelijk niet meer volledig aanwezig was overeenkomstig de verleende milieuvergunning ten tijde van het sluiten van de salderingsovereenkomst of de intrekking van de milieuvergunning. De stelling van appellanten is door de gemeenteraad onvoldoende betwist en ook om die reden is er aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco