Skip to main content

Erf in relatie tot een dubbelbestemming

Om als vergunningvrij te kunnen worden aangemerkt, dient een bijbehorend bouwwerk in het achtererfgebied te staan. Daarvoor is bepalend dat het bouwwerk op een perceelsgedeelte staat dat onder “het erf” valt. In AbRvS 29 november 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3267) komt aan de orde of een speelhut op palen zich op het erf bij de woning bevindt.

Onder erf wordt verstaan: “een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden” (artikel 1, eerste lid, Bijlage II Bor).

De speelhut stond op een perceelgedeelte met woonbestemming en dubbelbestemming “Waarde – waardevolle boom”. De dubbelbesteming kende een absoluut bouwverbod en aanlegvergunningstelsel. Het college stelde zich daarom op het standpunt dat de planwetgever hiermee dit perceelgedeelte heeft willen onthouden van het (vergunningvrije) erf. Volgens overtreders moest de soep echter niet zo heet worden gegeten, omdat het bestemmingsplan tevens een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kende en het ‘slechts’ om een dubbelbestemming ging.

De Afdeling deelt dit standpunt niet. Als een dubbelbestemming dusdanige beperkingen stelt aan hetgeen binnen de basisbestemming is toegestaan en daarmee leidt tot een belemmering om een gedeelte van het perceel feitelijk als erf in te richten en te bebouwen ten behoeve van het hoofdgebouw, kan niet van een erf worden gesproken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique