Skip to main content

Elektronische communicatie door bestuursorgaan: toestemming?

De uitspraak van de AbRvS van 17 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3392 is voor de dagelijkse bestuursrechtelijke praktijk relevant. Kern van de zaak is of het bezwaarschrift van appellant, ingediend door zijn advocaat-gemachtigde, terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Wat was er aan de hand?

De advocaat van appellant maakt tijdig en bij brief bezwaar tegen een besluit van het gemeentebestuur van Amsterdam. Het gemeentebestuur stuurt per e-mail een ontvangstbevestiging. In deze ontvangstbevestiging wordt tevens een termijn van drie weken gesteld voor de aanvulling van de gronden. De gronden worden niet binnen deze termijn ingediend. Vervolgens wordt het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard.

In hoger beroep staat de vraag centraal of het gemeentebestuur digitaal met de advocaat mocht communiceren. Daarbij is van belang dat de advocaat niet expliciet had aangegeven dat deze communicatiemogelijkheid open stond. In de uitspraak citeert de Afdeling uit de memorie van toelichting bij artikel 2:14 Awb (bestuursorgaan kan onder voorwaarden elektronisch communiceren). Uit de memorie van toelichting volgt dat een geadresseerde ‘voorlopig’ uitdrukkelijk moet laten weten dat de elektronische weg openstaat. De Afdeling stelt vast dat de memorie van toelichting circa 15 jaar geleden is opgesteld. Sindsdien heeft het elektronische verkeer met de overheid zich sterk ontwikkeld. Uit de tekst kan dus volgens de Afdeling niet worden afgeleid dat de kenbaarmaking nu nog steeds uitdrukkelijk zou moeten geschieden.

Naar het oordeel van de Afdeling heeft het gemeentebestuur zich in de onderhavige zaak terecht op het standpunt gesteld dat de advocaat kenbaar heeft gemaakt langs elektronische weg bereikbaar te zijn. De vermelding van zijn e-mailadres op het briefpapier is daarvoor op zichzelf niet doorslaggevend. Van belang is dat vaststaat dat de advocaat in verschillende bezwaarzaken bij de gemeente Amsterdam optreedt als professionele gemachtigde. Uit de dossierstukken volgt dat in een aantal van deze zaken de communicatie, zoals het plannen van hoorzittingen, de gronden van beroep en hoger beroep evenals het aanhouden van bezwaarschriften, langs elektronische weg heeft plaatsgevonden. Ook in de besluitvorming in de onderhavige zaak had de advocaat eerder per e-mail gecommuniceerd met het gemeentebestuur. Gelet hierop mocht het gemeentebestuur er van uitgaan dat met de advocaat langs elektronische weg kon worden gecommuniceerd. Het bezwaarschrift is terecht niet-ontvankelijk verklaard.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke