Skip to main content

Een nieuwe school: akoestisch onderzoek en de ladder voor duurzame verstedelijking

6 november 2020

In haar uitspraak van 4 november 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2647) maakt de ABRvS korte metten met het door burgemeester en wethouders van Soest vastgestelde wijzigingsplan voor de realisatie van een – in de woorden van de AbRvS – ‘brede, zogeheten ‘democratische’ school’ ter vervanging van een bestaande school. Het moederplan uit 2013 maakte het mogelijk om een gebied met de bestemming ‘Agrarisch met waarden’ te wijzigen naar de bestemming ‘Maatschappelijk’, dit in aansluiting op de bestemming van de bestaande school. Het project wordt dus deels in het wijzigingsplan en deels in het moederplan mogelijk gemaakt. De Afdeling stelt voorop dat in dat geval de gevolgen van het project als geheel voor het woon- en leefklimaat in ogenschouw moeten worden genomen, ook al wordt het project deels mogelijk gemaakt op basis van het moederplan. Een representatieve invulling van de maximale planologische mogelijkheden is daarbij geboden. Afgezet tegen deze maatstaf schoot o.a. de akoestische beoordeling tekort. Daarin was alleen de geluidsbelasting op de gevels van omliggende woningen getoetst, terwijl in het kader van een goed woon- en leefklimaat ook de geluidsniveaus in de omliggende tuinen van belang waren.

Doordat de omvang van de bebouwing waarin het wijzigingsplan voorzag meer dan 500 m2 kon bedragen, hadden burgemeester en wethouders ook moeten toetsen aan de ladder voor duurzame verstedelijking (art. 3.1.6, lid 2 Bro). Dit hadden zij verzuimd, terwijl het maar al te aannemelijk was dat het plan daar niet aan voldeed. De bestaande school had namelijk maar 130 leerlingen en de aanname dat de school kon groeien naar 450 leerlingen, was ook werkelijk alleen maar een aanname. Dat het ging om een vernieuwende vorm van onderwijs was onvoldoende om de kwalitatieve behoefte en de noodzaak van het project te staven.

In lijn hiermee sneuvelde het plan vervolgens ook op het punt van de uitvoerbaarheid. Omdat de Stichting die het project wilde realiseren, in hoofdzaak afhankelijk was van ouderbijdragen en de geambieerde groei dubieus was, was de uitvoerbaarheid van het plan onvoldoende gewaarborgd.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Jan