Draagvlak
3 april 2020
De uitspraak van 1 april 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:958) ziet op een verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van een zonnepark nabij De Lotten in Hijken met een totale omvang van ongeveer 21 hectare. Hiervoor is een projectafwijkingsbesluit, als bedoeld in art. 2.12, lid 1 onder a, onder 3° Wabo met een verklaring van geen bedenkingen door de raad verleend. Een van de voorwaarden om met het project in te kunnen stemmen, was dat in de periode van de terinzagelegging van de ontwerpverklaring van geen bedenkingen de initiatiefnemer moet aantonen dat er voldoende lokaal draagvlak is in de omgeving van het te realiseren zonnepark. Interessant en de reden voor de selectie, is de wijze waarop initiatiefnemer dit draagvlak heeft gecreëerd.
De initiatiefnemer heeft contact gezocht met direct omwonenden, buurtverenigingen en jeugdsozen. Initiatiefnemer heeft aan dorpshuis de Dorpshoeve een geldbedrag beschikbaar gesteld voor de aanschaf van een warmtepomp en aan jeugdsoos All Skin in Hooghalen en jeugdsoos Onze Stee in Hijken worden obligaties in het zonnepark geschonken. Ook heeft initiatiefnemer het met de lokale Energie Coöperatie Hooghalen mogelijk gemaakt voor geïnteresseerden om financieel in het project te participeren.
De Afdeling is van mening dat niet iedere omwonende van het zonnepark tevreden wordt gesteld, niet betekent dat er onvoldoende draagvlak in de omgeving is. Bij projecten zoals dit zonnepark moet het bestuursorgaan een afweging maken tussen het belang van een duurzame energievoorziening in het kader van de energietransitie en de belangen van omwonenden. Het ontbreken van draagvlak bij direct omwonenden is in die belangenafweging niet het meest zwaarwegend. Gelet op de door het college genoemde inspanningen van de initiatiefnemer om draagvlak te verwerven en gelet op het beperkte aantal zienswijzen tegen dit project, had de verklaring van geen bedenkingen door de raad mogen worden verleend.
Op grond van de provinciale Omgevingsverordening Drenthe moet worden getoetst of er sprake is van een breed maatschappelijk draagvlak. Dat draagvlak zou volgens appellant ontbreken omdat de enige direct omwonende bezwaren heeft tegen het project. Voor zover er draagvlak is, is dat slechts aan de orde bij niet-omwonenden. Ook hier komt de Afdeling tot de conclusie dat voldoende is vastgesteld dat breed maatschappelijk draagvlak voor het project bestaat. Als een direct omwonende bezwaar tegen het project heeft, betekent niet zonder meer dat daarom geen breed maatschappelijk draagvlak aanwezig kan zijn.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike