Indien hangende een bezwaar- of beroepsprocedure over een omgevingsvergunning desgevraagd omgevingsvergunning wordt verleend voor een wijziging van het betrokken bouwplan, is op dat wijzigingsbesluit artikel 6:19 Awb van toepassing, mits de betreffende wijziging van ondergeschikte aard is. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat voor een dergelijke wijziging volgens vaste jurisprudentie geen nieuwe aanvraag zou behoeven te worden ingediend. Daarbij dient de vraag of de wijziging van ondergeschikte aard is, per concreet geval te worden beantwoord. In het onderhavige geval werd alsnog – onder meer – een kelder vergund. Vraag die voorligt is of dit wijziging van ondergeschikte aard is. Ja, aldus de Afdeling op 15 juli 2015 (201405343/1). Ofschoon het realiseren van de kelder in bouwkundig opzicht mogelijk als een niet onbeduidende ingreep kan worden beschouwd, zijn de uiterlijke verschijningsvorm en de bovengrondse situering van het voorziene gebouw, en daarmee de ruimtelijke uitstraling ervan, door bedoelde wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke vergunde bouwplan vrijwel ongewijzigd gebleven. Voorts is niet gebleken dat derden door deze wijzigingen in hun belangen zijn geschaad. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat appellant ter zitting, samengevat weergegeven, heeft verklaard dat naar zijn mening de ruimtelijke uitstraling van de loods na de wijzigingen precies hetzelfde is gebleven, omdat de kelder voor hem niet zichtbaar is. Ook overigens is niet gebleken dat hij door de vergunde kelder in zijn belangen wordt geschaad.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco