In de uitspraak van de AbRvS van 16 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3068 is een weigering van een aanvraag om een schapen- en nertsenhouderij uit te breiden, aan de orde. Het primaire betoog is dat GS ten onrechte de mitigerende maatregelen in de passende beoordeling buiten beschouwing hebben gelaten. Het gaat om externe salderingsmaatregelen waarvoor de gedeeltelijke intrekking van verschillende vergunningen en toestemmingen van omringende agrarische bedrijven, nodig is.
In de uitspraak worden vervolgens de onderliggende stukken van de verschillende agrarische bedrijven, waarmee appellante beoogt te salderen, beoordeeld. Het komt erop neer dat de Afdeling, mét GS, van oordeel is dat onvoldoende stukken zijn overgelegd om de twijfels over de mogelijkheden van salderen, te kunnen wegnemen.
In het kader van een zorgvuldige afhandeling van de aanvraag brengt appellante naar voren dat GS deze aanvullende stukken had moeten opvragen alvorens de aanvraag te weigeren. Van belang is dat appellante eerst hangende het bezwaar mitigerende maatregelen heeft getroffen en daartoe verscheidende stukken heeft overgelegd. Het college heeft in de beslissing op bezwaar dus geconstateerd dat er stukken ontbreken ter onderbouwing van enkele specifieke vereisten die aan externe saldering worden gesteld. Het college had appellante daarvan niet in kennis gesteld en haar niet de gelegenheid geboden de bedoelde gegevens alsnog te overleggen alvorens te beslissen op het bezwaar. Naar het oordeel van de Afdeling lag dit wel op de weg van GS. Het bestreden besluit is dus niet voorbereid met de daarbij te betrachten zorgvuldigheid.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan