Bijzondere omstandigheden om van handhaving af te zien
3 januari 2018
Gelet op de beginselplicht tot handhaving mag slechts onder bijzondere omstandigheden van handhaving worden afgezien. Bijzondere omstandigheden worden niet snel aangenomen. AbRvS 20 december 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:3485) is een zeldzaam voorbeeld waarin dat wel het geval was (en terecht, zo zou ik menen).
Het bevoegd gezag in kwestie had geweigerd handhavend op te treden naar aanleiding van een handhavingsverzoek ten aanzien van een muur die ter plaatse van het perceel van verzoeker 1 centimeter hoger bleek dan aan zijn buurman was vergund. De bevoegdheid en plicht tot handhaving waren daarmee gegeven, maar de Afdeling oordeelde dat het college daartoe in dit geval terecht niet was overgegaan. De afwijking van de – handgemetselde – muur was niet met het blote oog waarneembaar, zodat sprake was van een overtreding van geringe aard en ernst. Bovendien zou het disproportioneel zijn om te verlangen de muur in overeenstemming te brengen met de vergunning, nu het afzagen duizenden euro’s zou kosten. Onder deze omstandigheden mocht van handhaving worden afgezien.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique