Bevestiging van de filiaalbenadering door de Afdeling

Op 12 oktober 2016 heeft de Afdeling (ECLI:NL:RVS:2016:2677) ((wederom) een uitspraak gedaan over de zogenoemde filiaalbenadering. Eerst een korte toelichting. Nadeel dat behoort tot het normaal maatschappelijk risico komt niet voor vergoeding in aanmerking. Wanneer het nadeel bestaat uit gemiste omzet, wordt het drempelbedrag bepaalt als percentage van de omzet. Bij filiaalbedrijven die behoren tot een grotere onderneming rijst de vraag welke omzet voor de omvang van het normaal maatschappelijk risico bepalend is: die van filiaal of die van de gehele onderneming? Die vraag speelt ook in deze uitspraak. Het college betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat het college niet inzichtelijk heeft gemaakt waarom de toe te passen drempel moet worden toegepast op de totale brutowinst van Pompeneiland BV en niet slechts op de vestiging Postelse Hoek. Volgens het college is die vestiging geen juridisch, economisch en organisatorisch zelfstandige entiteit. Dit betekent dat, gelet op de vaste rechtspraak, de beoordeling van de omvang van het normaal maatschappelijk risico dient te geschieden op het niveau van het moederbedrijf en niet op het niveau van het filiaalbedrijf. Het college verwijst hiervoor naar de uitspraak van de Afdeling van 3 juli (lees: 13 maart) 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:BZ3967). Uit de overwegingen 6.1 en 6.2 van de tussenuitspraak van 13 maart 2013, blijkt dat de omzet of de brutowinst op concernniveau moet worden genomen in plaats van op filiaalniveau. De Afdeling ziet in dit geval geen aanleiding anders te oordelen. In dit verband maakt het geen verschil of die juridische eenheid een landelijk opererende keten is, zoals in het geval dat heeft geleid tot de uitspraak van 3 juli 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:122), of een regionaal bedrijf zoals Pompeneiland BV. Dit betekent dat Pompeneiland BV als juridische eenheid de schade moet dragen en dat het normaal maatschappelijk risico dient te worden gerelateerd aan die juridische eenheid. De rechtbank heeft derhalve ten onrechte geoordeeld dat het college ten onrechte niet inzichtelijk heeft gemaakt dat de drempel van 2% is toegepast op de totale brutowinst van Pompeneiland BV en niet uitsluitend op de brutowinst van de vestiging Postelse Hoek.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco


Sluit je aan bij de
800+ abonnees 
en schrijf je in voor de
wekelijkse Omgevingsflits:

* indicates required
Volg ons:

©2022 - SAM advocaten. Mogelijk gemaakt door Webconfetti.