Skip to main content

Bestuursorgaan moet afwijzingsgronden tijdig naar voren brengen

21 augustus 2020

De planschadeuitspraak AbRvS 19 augustus 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1984, is interessant vanwege een procesrechtelijke overweging. B&W Zundert hebben een aantal verzoeken om planschade afgewezen. Naar aanleiding van het advies van de bezwaarschriftencommissie heeft het college in een van de beslissingen op bezwaar overwogen:
‘Dienaangaande verduidelijken wij thans in de beslissing op bezwaar dat wij de adviezen van de SAOZ integraal aan onze besluitvorming ten grondslag leggen, derhalve met inbegrip van het oordeel van de SAOZ dat passieve risicoaanvaarding niet tegengeworpen kan worden.’

In de daaropvolgende beroepsprocedure oordeelt de rechtbank dat niet in geschil is dat passieve risicoaanvaarding niet aan verzoeker kan worden tegengeworpen. Het college komt in hoger beroep tegen dit oordeel. Daarbij is het college van mening dat in een nieuwe beslissing op bezwaar alsnog het standpunt ingenomen kan worden dat sprake is van passieve risicoaanvaarding.

De Afdeling gaat hierin niet mee. De Afdeling overweegt dat een volledige heroverweging het uitgangspunt is in de bezwaarfase. Dit houdt in dat ook nieuwe afwijzingsgronden kunnen worden gehanteerd. In het onderhavige geval is in de beslissing op bezwaar echter het vertrouwen gewekt dat passieve risicoaanvaarding in de toekomst niet alsnog ten grondslag zal worden gelegd aan de afwijzing van een aanvraag. Dit brengt volgens de Afdeling mee dat het college geen ruimte meer heeft om alsnog passieve risicoaanvaarding tegen te werpen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ineke