Skip to main content

Bestemmingsplan: recreatiepark binnen concentratiegebied

Het bestemmingsplan ‘Saasveld – Recreatiepark ’t Satersloo’ voorziet in de transformatie van een voormalig kampeerterrein tot een recreatiepark met 126 recreatiebungalows. Het recreatiepark ligt binnen een concentratiegebied van een veehouderij. De eigenaar van de veehouderij stelt zich op het standpunt dat het bestemmingsplan leidt tot een ernstige beperking van de uitbreidingsmogelijkheden van zijn veehouderij. In de uitspraak van 8 april 2015 verwerpt de AbRvS dit betoog (201402068/1/R1). Daarbij draait het met name om de invulling van het begrip ‘bebouwde kom’, zoals genoemd in artikel 3 van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv).

De AbRvS stelt voorop dat het begrip ‘bebouwde kom’ niet omschreven staat in de Wgv. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Wgv volgt dat de grens van de bebouwde kom niet wordt bepaald door de wegenverkeerswetgeving, maar, evenals in de ruimtelijke ordening, door de aard van de omgeving.

De AbRvS overweegt voorts dat het recreatiepark als zodanig niet kan worden gelijkgesteld met een reguliere woonwijk, omdat in het bestemmingsplan expliciet is vastgelegd dat de recreatiewoningen niet permanent bewoond mogen worden. Hoewel binnen het recreatiepark sprake is van een bepaalde concentratie van gebouwen, bestemd voor verblijf, betekent dit volgens de AbRvS niet dat het recreatiepark op zichzelf een bebouwde kom vormt. De AbRvS komt tot de conclusie dat het recreatiepark geen onderdeel uitmaakt van de bebouwde kom. In aansluiting daarop ziet de AbRvS geen aanleiding voor het oordeel dat het recreatiepark zal leiden tot een beperking van de uitbreidingsmogelijkheden van de veehouderij.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke.