Bestemmingsplan “Madurodam”; parkeren en stikstof
3 september 2021
AbRvS 1 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1971. Bij besluit van 18 juli 2019 heeft de raad van de gemeente Den Haag het bestemmingsplan “Madurodam” vastgesteld. Het plan voorziet in de gedeeltelijke in- en uitbreiding van het attractiepark Madurodam. Het plan biedt verruiming van de planologische bouwmogelijkheden met 4.000 m2, tot in totaal 12.500 m2. Het bestemmingsplan voorziet verder in het aan het bestaande attractiepark grenzende gebied de Scheveningse Bosjes in een uitbreiding met een oppervlakte van 0,6 ha.
Omwonenden vrezen dat het plan leidt tot een onaanvaardbare toename van de parkeerdruk nabij het plangebied.
De Afdeling acht het gelet op de uitbreiding in combinatie met het voornemen van Madurodam om het bestaande park verder te vernieuwen, niet onaannemelijk dat op piekdagen het aantal bezoekers zal toenemen. Het maximum aantal bezoekers per dag, ook rekening houdend met de bezoekers van de overige in de planregels toegestane activiteiten in Madurodam, zoals een congrescentrum, is in het plan niet begrensd. Naast het ontbreken van een begrenzing van het totale aantal bezoekers, ontbreekt in de planregels ook een borging van de beschikbaarheid van het aantal benodigde parkeerplaatsen. De Afdeling is gelet op het vorenstaande van oordeel dat het plan op het gebied van het parkeren en de borging van de beschikbaarheid van het aantal benodigde parkeerplaatsen in strijd met artikel 3:2 van de Awb is vastgesteld. De raad wordt in de gelegenheid gesteld om de gebreken te herstellen.
In deze uitspraak komt ook de vraag aan de orde wanneer sprake is van “een opname in het heersende verkeersbeeld”. De Afdeling heeft in haar uitspraak van 19 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1054, overweging 15.14, aanvaard dat in de effecten van stikstofberekeningen wat betreft het verkeer van een naar inrichtingen, kan worden aangesloten bij de leer van het heersende verkeersbeeld. Deze lijn wordt hier bevestigd.
In deze zaak blijkt dat het plan op de Doctor Aletta Jacobsweg een toename tot gevolg heeft van 157 mvt/etmaal, wat een toename is van enkele tientallen procenten ten opzichte van de autonome verkeersintensiteit op deze weg. Op de overige wegen van en naar Madurodam is de toename ten opzichte van de autonome verkeersintensiteit ten hoogste 0,5%. Ondanks dat voor deze overige wegen, volgens de Afdeling kan worden gesteld dat het verkeer van en naar Madurodam is opgenomen in het heersende verkeersbeeld, is in deze zaak zekerheidshalve naast het verkeer op de Doctor Aletta Jacobsweg voor de stikstofberekeningen ook nog de toename aan verkeer ten gevolge van het plan meegenomen op de Professor B.M. Teldersweg tot aan de Scheveningseweg en op het HubertusviaductIaan. Naar het oordeel van de Afdeling is in de stikstofberekeningen voor de gebruiksfase dus ook een deel van het verkeer meegenomen dat zich al ruimschoots heeft verdund tot enkele procenten van het reeds aanwezige verkeer.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Rob of Susan