Skip to main content

Bestemmingsplan evenredigheid bij tijdsverloop

De reikwijdte van de toepassing van de evenredigheidstoets breidt zich wederom uit. Deze week gaat het in de uitspraak van de AbRvS 10 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1834, over de vraag of de gemeenteraad van de gemeente Ouder-Amstel het tijdsverloop had moeten meewegen in het leggen van een bestemming.

De raad heeft het bestemmingsplan “Duivendrechtsevaart” vastgesteld dat de ontwikkeling mogelijk maakt van het gebied rondom de Duivendrechtsevaart van een bedrijventerrein tot een verblijfsgebied. In de Duivendrechtsevaart zijn meerdere woonboten gelegen. Bewoners van de woonboten hebben in het verleden zonder omgevingsvergunning de gronden op de openbare kade, in gebruik genomen. Daarop zijn tuinen en ook bebouwing gerealiseerd. Met het realiseren van het bestemmingsplan zou de kade van de Duivendrechtsevaart moeten worden vrijgemaakt van de daarop gerealiseerde tuinen en bouwwerken.

De bewoners hebben aannemelijk weten te maken dat dit gebruik onder het overgangsrecht valt, omdat in het bestemmingsplan “Industriegebied Amstel 1977” ook “illegaal” gebruik onder het overgangsrecht werd beschermd. Maar als de tuin wordt beschermd door het gebruiks-overgangsrecht, betekent dat niet dat de zich op de gronden bevindende bouwwerken ook legaal aanwezig zijn. Dat is alleen het geval als die bouwwerken destijds met een vergunning zijn gerealiseerd dan wel vergunningvrij mochten worden opgericht. Dat voor de bebouwing een vergunning is verleend of de bebouwing vergunningvrij is, is niet door de gemeenteraad of de Afdeling vastgesteld. Desondanks had de raad, volgens de Afdeling, in de belangenafweging bij het vaststellen van het bestemmingsplan rekening moeten houden met de lange duur dat de tuinen en de bebouwing al op de percelen aanwezig zijn. De Afdeling overweegt dat de raad onvoldoende rekening heeft gehouden met het feit dat woonbootbewoners al ongeveer 40 jaar gebruikmaken van de gronden. Daarnaast zou het college van B&W, pas bij brief van 4 mei 2017 uitdrukkelijk aan de bewoners hebben laten weten dat de tuinen en kadebebouwing niet waren toegestaan. Daarbij betrekt de Afdeling ook dat voldoende aannemelijk is dat het gebruik van de gronden onder het overgangsrecht valt.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike