In de uitspraak van de AbRvS van 28 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2535 is hoger beroep ingesteld tegen een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, onder e van de Wabo. Appellante betoogt dat de rechtbank haar beroep met betrekking tot het besluitonderdeel flora en fauna ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat zij over dat besluitonderdeel geen zienswijzen naar voren had gebracht.
De Afdeling verwijst naar de uitspraak van 9 maart 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP7155, waarin is overwogen dat het in de rede ligt om voor de toepassing van artikel 6:13 van de Awb elk van de in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo bedoelde toestemmingen die in een omgevingsvergunning zijn opgenomen, als besluitonderdeel op te vatten.
De bedoelde verklaring van geen bedenkingen is vereist indien handelingen als bedoeld in artikel 75b van de Ffw worden verricht, waarvoor, zouden deze handelingen op zichzelf staan, een ontheffing op grond van de Ffw is vereist. Indien een omgevingsvergunning is vereist, wordt de toestemming voor het verrichten van dergelijke handelingen verleend door middel van een verklaring van geen bedenkingen bij de omgevingsvergunning. Gelet hierop ziet de vraag of daarvoor een verklaring van geen bedenkingen is vereist op een afzonderlijke toestemming. Deze toestemming moet, evenals de in de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wabo bedoelde toestemmingen, als een afzonderlijk besluitonderdeel worden opgevat. Appellante was dus terecht niet ontvankelijk verklaard.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Susan