Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting mocht “Vestiaheffing” opleggen

Op 28 september jl. heeft de AbRvS, ECLI:NL:RVS:2016:2568 een uitspraak gedaan over de vraag of het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting in 2013 aan alle Nederlandse woningcorporaties een zogenoemde bijdrageheffing saneringssteun van in totaal € 508 miljoen mocht opleggen. Een aantal woningstichtingen was tegen deze ‘Vestia-heffing’ in hoger beroep gekomen. Volgens hen is die heffing onrechtmatig, omdat die is gebruikt om de financiële reserves van het fonds aan te zuiveren nadat die onrechtmatige steun zou hebben verleend aan Vestia. Vestia kreeg steun voor het aflossen van de schulden die verband hielden met de afwikkeling van haar derivatenportefeuille.

 

De Afdeling is van mening dat de saneringssteun aan Vestia aan de nieuwe, aangescherpte nationale regels voor de financiering van woningcorporaties in overeenstemming zijn met de voorwaardelijke goedkeuring van de Europese Commissie. De steun hoefde om die reden ook niet aangemeld te worden bij de Europese Commissie. De steunverlening aan Vestia is dus rechtmatig. Dat betekent ook dat de Vestia-heffing die aan de woningcorporaties is opgelegd, rechtmatig is.

 

Ook alle andere bezwaren worden door de Afdeling van tafel geveegd. De saneringssteun aan Vestia is verleend in het belang van de volkshuisvesting. Daarnaast was met het verlenen van de saneringssteun aan Vestia, gefinancierd door alle andere corporaties, het volkshuisvestelijk belang meer gediend dan met een eventueel faillissement van Vestia. Ook past de heffing binnen het wettelijk systeem van “sectorsolidariteit” en was niet onevenredig hoog.


Sluit je aan bij de
800+ abonnees 
en schrijf je in voor de
wekelijkse Omgevingsflits:

* indicates required
Volg ons:

©2022 - SAM advocaten. Mogelijk gemaakt door Webconfetti.