Skip to main content

Belang volksgezondheid en openbare veiligheid, Ffw (oud)

In deze zaak heeft de Voorzieningenrechter van de AbRvS in de uitspraak van 28 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:643 het hoger beroep van appellant gegrond had verklaard omdat de rechtbank ten onrechte niet had onderkend dat de leefomgeving van appellant aan de orde was in verband met het beginsel van relativiteit. In deze zaak gaat het om een verlening van een ontheffing ingevolge de Ffw (oud) ten behoeve van het verstoren van voortplantings- of andere rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de laatvlieger. Ten behoeve van reparatiewerkzaamheden aan het riool en nutsleidingen en herinrichting van de weg worden bomen gekapt waardoor de verstoring ontstaat. Na de werkzaamheden worden nieuwe bomen geplant. Appellant woont in de straat waar de bomen gekapt worden.

De ontheffing is verleend in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang. De noodzaak van de kap wordt door appellant betwist, maar de gemeente wijst in deze procedure op het breukrisico van de aanwezige gasleiding van asbestcement en de noodzaak om de gasleiding niet alleen buiten gebruik te stellen, maar ook te verwijderen, hetgeen zonder de kap van de bomen niet mogelijk is. Naar het oordeel van de Voorzieningenrechter mocht de minister zich op het standpunt stellen dat de verlening van de ontheffing nodig is in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid. In deze zaak doet de Voorzieningenrechter meteen uitspraak in de hoofdzaak en wordt het hoger beroep (inhoudelijk) ongegrond verklaard.

Voor meer informatie over deze zaak kunt u contact opnemen met Susan