In de uitspraak van 28 februari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:714) is het vaststellingsbesluit van het Buitengebied Lingewaard aan de orde. Het plan staat bij de bestemming “Wonen” ondergeschikte detailhandel op het perceel van appellant toe. Niet in geschil is dat de verhuuractiviteiten van appellant niet zijn toegestaan. Wel is er – naar door appellant (kennelijk) onbestreden is gesteld – wel ambtelijk en wellicht ook vanwege het college de bereidheid om de verhuuractiviteiten wel positief te bestemmen. De Afdeling is van oordeel dat de raad niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het plan deze verhuuractiviteiten niet mogelijk maakt. Dat de raad de lopende handhavingsprocedure wil afwachten acht de Afdeling daarvoor niet voldoende. De verhuuractiviteiten van het bedrijf van appellant, bestaande uit de verhuur van benodigdheden voor feesten zoals glazen en bestek en dergelijke moeten naar het oordeel van de Afdeling worden aangemerkt als een ondergeschikte activiteit bij de bestemming “Wonen”. De raad heeft niet gesteld dat ondergeschikte verhuur voor meer overlast zal zorgen dan ondergeschikte detailhandel. Gelet hierop heeft de raad niet voldoende gemotiveerd dat er vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening bezwaren bestaan tegen het toestaan van de verhuuractiviteiten van appellant op het perceel.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Eelco