De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 14 december 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3729, heeft betrekking op een last onder dwangsom die B&W van Utrecht hebben opgelegd in verband van een aantal gebreken in een pand. Aan de last was oorspronkelijk een ineens te verbeuren dwangsom van € 5.000,– verbonden. Dit bedrag was in de beslissing op bezwaar aangepast naar € 3.000,–, omdat voor twee overtredingen de conclusie was getrokken dat niet was komen vast te staan dat die overtredingen zich daadwerkelijk voordeden. In hoger beroep komt de Afdeling voor 2 andere overtredingen (van art. 6.21 en 6.26 Bouwbesluit) tot het oordeel dat ook daarvan geen sprake was. De andere overtredingen waarop de last ziet, stonden voor de Afdeling wel vast. Dat leidt er uiteindelijk toe dat de Afdeling het besluit vernietigd voor zover deze ziet op die betreffende 2 overtredingen. Daarnaast voorziet de Afdeling zelf in de zaak door de hoogte van de ineens te verbeuren dwangsom te verlagen naar €1.000,–. Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique