Activiteitenbesluit en buiten spelende kinderen
4 juni 2021
Burgemeester en wethouders van Midden-Groningen weigeren handhavend op te treden tegen de herrie van kinderen die spelen op het buitenterrein van een kinderdagcentrum. In hoger beroep betogen zij dat de appellant in kwestie geen reëel en actueel belang meer heeft bij handhaving, omdat er door het vertrek van bepaalde kinderen en een andere aanpak door de leiding inmiddels geen geluidsoverlast meer zou worden ondervonden.
De Afdeling vindt dat niet ter zake doen (ECLI:NL:RVS:2021:1181). Ook als er op dit moment geen sprake meer zou zijn van geluidhinder, kan dat in de toekomst veranderen en dan is het van belang dat appellanten een antwoord hebben op de vraag of handhaving op grond van het Activiteitenbesluit mogelijk is.
Als het gaat om de mogelijkheid van handhaving is van belang dat artikel 2.18, lid 1, onder a, van het Activiteitenbesluit bepaalt dat het stemgeluid van personen op een terrein dat deel uitmaakt van een inrichting buiten beschouwing blijft, tenzij dat terrein kan worden aangemerkt als een binnenterrein. Volgens appellanten was sprake van een binnenterrein en was handhaving daarom mogelijk, maar de Afdeling denkt daar anders over.
Het terrein is alleen aan de noord- en zuidzijde begrensd door bebouwing en, anders dan appellanten betogen, maakt de aanwezigheid van een aarden wal aan de westzijde met een hoogte tussen 0,5 en 3 m niet dat men kan spreken van een binnenterrein. Het college had handhaving ook geweigerd op grond van artikel 2.18, lid 1, onder i, dat bepaalt dat het geluid van spelende kinderen op een terrein dat deel uitmaakt van een kinderopvang buiten beschouwing blijft (zonder dat in het artikel een voorbehoud wordt gemaakt ter zake van een binnenterrein). Of het college zich hierop terecht had beroepen laat de Afdeling in het midden. Maar wel merkt zij op dat artikel 2.18, lid 1, onder i, niet in de weg staat aan toepassing van artikel 2.18, lid 1, onder a. De implicatie hiervan lijkt dat de uitzondering van een binnenterrein ook geldt voor de kinderopvang en het stemgeluid van kinderen in dat geval wel moet worden meegenomen bij het bepalen van de geluidsniveaus.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Jan