Skip to main content

Prejudiciële beslissing inzake Groninger gaszaken

Uitspraken over schadezaken vanwege de Groninger gaswinning nemen wij meestal niet op in de Omgevingsflits. Deze prejudiciële beslissing willen wij wel kort signaleren.

Op 28 april 2023 heeft de rechtbank Noord-Nederland in een concrete zaak prejudiciële vragen gesteld aan de AbRvS. De mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen is opgenomen in artikel 16 van de Tijdelijke wet Groningen. In de beslissing van 27 september 2023 beantwoordt de AbRvS de prejudiciële vragen. De vragen gaan over de intrekking door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) van een begunstigend besluit (toekenning schadevergoeding). Ná verkoop maar vóór levering van de woning, heeft de verkoper bij het IMG vergoeding aangevraagd voor schade aan de woning. Het IMG heeft de vergoeding toegekend in een besluit van ná de levering. Deze toekenning heeft het IMG vervolgens ingetrokken. De kopers van de woning stellen dat de vergoeding aan hen toekomt.

In de beslissing van de AbRvS is onder meer bepaald dat het IMG in beginsel de bevoegdheid heeft om een besluit in te trekken. Het peilmoment voor de aanspraak is of het moment waarop het primaire besluit wordt genomen of, als bezwaar is ingesteld, het moment van nemen van de beslissing op bezwaar. De AbRvS geeft geen oordeel over de concrete zaak. Dat is voorbehouden aan de rechtbank Noord-Nederland. AbRvS 27 september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3617 (Instituut Mijnbouwschade Groningen)

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke