In de uitspraak van de AbRvS van 8 april 2015, nr. 201407139/1/R3 over een partiële herziening van het bestemmingsplan buitengebied Raalte komt de ontvankelijkheid van de appellant aan de orde.
Appellant woont niet in de omgeving van het plangebied en is pas na afloop van de beroepstermijn eigenaar geworden van het perceel waarvoor de partiële herziening is opgesteld. Het perceel heeft hij na de beroepstermijn doorverkocht. Ten tijde van de mondelinge behandeling is hij geen eigenaar meer. Volgens de raad heeft de appellant slechts een afgeleid belang op grond van een met de gemeente gesloten overeenkomst. Subsidiair wordt gesteld dat het procesbelang is komen te vervallen doordat het perceel is doorverkocht.
Het onderwerp van de overeenkomst gaat over het toepassen van het beleidskader rood voor rood met gesloten beurs. Ter compensatie van de sanering van de vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing heeft appellant recht op toewijzing van een woningbouwkavel met een oppervlakte van 1000 m2. Appellant is volgens de overeenkomst verplicht in overleg met de gemeente de vereiste planologische procedures ter realisering van de compensatiekavel te starten en de benodigde vergunningen aan te vragen. De Afdeling is van oordeel dat appellant, gelet op de inhoud van de overeenkomst, een voldoende direct en eigen belang heeft bij het besluit van 26 juni 2014 tot vaststelling van het plan. Dit oordeel wordt niet verder gemotiveerd.
Volgens de Afdeling heeft appellant ook nog steeds procesbelang, ondanks dat het perceel inmiddels is doorverkocht, omdat hij heeft toegezegd het perceel op te zullen leveren zonder de hoogtebeperking die in het bestemmingsplan is opgenomen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike.