Skip to main content

Overheden, let op bij het één-op-één sluiten van koopovereenkomsten

Het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) staat bekend als het ‘Didam-arrest’. In dat arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat overheden bij de verkoop van grond aan andere potentiële gegadigden de gelegenheid moet bieden om mee te dingen naar de grondverwerving.

Er is inmiddels al veel gezegd en geschreven over dit arrest. Eén van de vragen is wat de gevolgen zijn van het arrest voor andere zaken. Recent is hierover een uitspraak gepubliceerd van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland (18 maart 2022 (ECLI:NL:RBMNE:2022:1017). In deze bijdrage zal kort bij de uitspraak worden stilgestaan.

In die zaak gaat het om de vraag of de gemeente Nieuwegein uitvoering mag geven aan de koopovereenkomst die zij in 2020 – dus voor het Didam-arrest – heeft gesloten met Shell Nederland met betrekking tot kavel A2 op een bedrijvenpark. Een andere gegadigde heeft zich tot de voorzieningenrechter gewend en, kort samengevat, gevorderd dat het de gemeente wordt verboden om uitvoering te geven aan de koopovereenkomst. De voorzieningenrechter wijst de vordering toe en bepaalt dat vooralsnog geen uitvoering mag worden gegeven aan de koopovereenkomst tussen de gemeente en Shell. Let op, de omstandigheden van het geval maken deze zaak bijzonder. De eiser had namelijk in 2018-2019 al diverse overleggen gehad met de gemeente over de verwerving van dezelfde kavel. Hij was dus een bekende gegadigde.

Voorlopig zal er gediscussieerd blijven worden over de reikwijdte en de gevolgen van het Didam-arrest. Als er nieuwe ontwikkelingen zijn, zullen wij deze melden in de Omgevingsflits!

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke