De uitspraak van AbRvS 10 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:336, is geselecteerd voor deze Omgevingsflits vanwege de duidelijke toelichting van het toetsingskader bij onttrekkingsvergunningen.
Allereerst wordt gewezen op de uitspraak van de Afdeling van 22 november 2006 nr. 200600355/1, waarin wordt overwogen dat bij het belang van de bescherming van het behoud of de samenstelling van de woningvoorraad ook de leefbaarheid een rol speelt. Dit criterium geldt ook indien het niet uitdrukkelijk als toetsingscriterium in de huisvestingsverordening is opgenomen. Dat vloeit voor uit het feit dat het bestuursorgaan een belangenafweging moet uitvoeren waarbij ook de leefbaarheid in de omgeving van de betreffende woonruimte moet worden betrokken, zie Afdeling van 21 maart 2012, nr. 201104643/1/A3. In die afweging mogen ook concrete belangen met betrekking tot de leefbaarheid van de buren worden betrokken. In die zin verschilt de afweging van een afweging de in het kader van een ruimtelijke procedure moet worden uitgevoerd, zie Afdeling 10 april 2013, nr. 201202768/1/R4. Omdat het bestuursorgaan beoordelingsvrijheid heeft, moet de rechter het besluit vervolgens terughoudend toetsen, zo volgt uit AbRvS 19 augustus 2015, nr. 201410256/1/A1.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Janike