Het Tracébesluit A27/A1 voorziet onder meer in de verbreding van de A27 en de realisering van de nieuwe afslag 33. Appellante, eigenares van een villa, woont nabij de nieuwe afslag. Zij verzoekt om een tegemoetkoming in de schade vanwege de waardevermindering van haar villa. De minister wijst het verzoek toe en verstrekt appellante een tegemoetkoming van € 10.000. In beroep bij de AbRvS wordt onder meer gestreden over de hoogte van het normaal maatschappelijk risico. Dit is, in navolging van de adviescommissie, vastgesteld op 3%. Appellante vindt dit té hoog. De Afdeling volgt de minister en accordeert het percentage van 3%.
Interessant aan de uitspraak is de wijze waarop tot het percentage wordt gekomen. De ontwikkeling – in casu gaat het alleen om de nieuwe afslag – past niet in het ruimtelijk beleid, noch in de structuur van de omgeving. Veelal wordt onder die omstandigheden teruggevallen op het minimumforfait van 2%, maar in deze zaak niet. In casu speelde mee dat onder het oude bestemmingsplan een afslag mogelijk was op circa 360 meter vanaf het perceel van appellante. Het Tracébesluit maakte de verplaatsing van de afslag mogelijk tot op circa 255 meter van het perceel. Dit gegeven, en het feit dat de schade betrekkelijk gering was (4% van de waarde), maakte dat de AbRvS een percentage van 3% gerechtvaardigd achtte. AbRvS 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:102.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke