Skip to main content

NMR bij nadeelcompensatie

20 november 2020

Een exploitant van een strandpaviljoen in Katwijk heeft verzocht om nadeelcompensatie vanwege het project Kustwerk Katwijk. In het kader van dit project zijn kustversterkingswerkzaamheden uitgevoerd, waardoor het strandpaviljoen tijdelijk slechter bereikbaar was. Door het college van Katwijk is, in navolging van de onafhankelijke schadecommissie, een drempel van 15% gehanteerd voor het NMR. In de procedure bij de rechtbank is het besluit van het college vernietigd. De rechtbank heeft zelf de drempel vastgesteld op 8%. Beide partijen, het college en het strandpaviljoen, gaan in hoger beroep bij de Afdeling. Kern van de discussie betreft de omvang van het NMR.

De Afdeling overweegt dat de uitvoering van de kustversterkingsmaatregelen een normale maatschappelijke ontwikkeling is, die ter plaatse in de lijn de verwachting lag. Ook geven de duur en wijze van uitvoering geen aanleiding om te concluderen dat de werkzaamheden om die reden buiten de lijn der verwachting liggen. De Afdeling concludeert dat een drempel van 15% in de onderhavige zaak niet onevenredig is.

Appellante heeft er nog op gewezen dat toepassing van de Handleiding nadeelcompensatie bij infrastructurele maatregelen van het Ministerie van BZK (2018) tot een andere berekening en andere uitkomst zouden leiden. De Afdeling is van oordeel dat het college in het betoog geen aanleiding heeft hoeven zien om van een lagere drempel van 15% uit te gaan. Volgens de Afdeling heeft het college de toepassing van de drempel van 15% naar behoren gemotiveerd.

Het hoger beroep van het college wordt gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd. Dit betekent dat het primaire schadebesluit en de beslissing op bezwaar, waarin een drempel van 15% is gehanteerd, alsnog in stand blijven (AbRvS 18 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2774).

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke