Wegens endotoxinekader alleen persoonsgebonden regeling voor voormalige bedrijfswoning
13 november 2020
AbRvS 11 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2695. Na een tussenuitspraak stelt de gemeenteraad van Deurne het plan “Derde herziening bestemmingsplan Buitengebied” opnieuw gewijzigd vast. De raad heeft nu aan een bedrijfswoning nabij een te beëindigen nertsenhouderij een persoonsgebonden regeling toegekend. Daarmee mag het gebruik van de bedrijfswoning door de huidige bewoners worden voortgezet, ook als de nertsenhouderij wordt beëindigd. Appellanten willen echter dat bewoning door elke derde wordt toegestaan.
Voor een plattelandswoning geldt weliswaar een lager beschermingsniveau. Echter, de voorgrondgeurbelasting op de woning is volgens de raad vanwege een nabijgelegen varkenshouderij extreem hoog, 34 ou/m³, daar waar volgens de Verordening geurhinder en veehouderij gemeente Deurne 2015 (hierna: Verordening geurhinder) 8 ou/m³ de norm is. Een plattelandswoning is volgens de raad verder ruimtelijk niet aanvaardbaar vanwege de richtafstand voor endotoxinen. (Endotoxinen zijn volgens Infomil simpel gezegd celwandresten van bacteriën).
De Afdeling overweegt o.a. het volgende. De raad had op grond van de Wet geurhinder veehouderij in de Verordening geurhinder ook een voorgrondbelasting van 35 ou/m³ kunnen opnemen. Dat doet niet af aan de gemaakte keuze voor een aanmerkelijk lagere waarde van 8 ou/m³. De norm van 8 ou/m³ uit de Verordening geurhinder vormt niet het toetsingskader bij de vaststelling van dit bestemmingsplan. Toch mocht de raad de hoge voorgrondbelasting betrekken bij de beoordeling of sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Wat betreft de endotoxinen wijst de Afdeling erop dat de raad ruimte toekomt om te bepalen welke maatregelen bij endotoxinen in het kader van een goede ruimtelijke ordening nodig zijn. De raad kan in dat verband ter voorkoming van een situatie waarin risico’s voor de gezondheid van omwonenden ontstaan, de “Notitie handelingsperspectieven Veehouderij en Volksgezondheid, endotoxine toetsingskader 1.0” (“Endotoxinekader”) uit 2016 hanteren. Dat er nog geen eenduidige wettelijke regeling is, neemt niet weg dat de raad uit voorzorg de richtafstand van het Endotoxinekader mag hanteren. Appellanten stelden nog dat het Endotoxinekader was geactualiseerd met de “Handreiking veehouderij en volksgezondheid 2.0. Een stappenplan om te beoordelen of nadere advisering vanuit de GGD wenselijk is” uit 2018. Maar ook daarin wordt, zo overweegt de Afdeling, verwezen naar de richtafstand uit het Endotoxinekader, die gebaseerd was op te berekenen richtafstand op basis van de advieswaarde van 30 endotoxine-eenheden/m³.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob