De uitspraak AbRvS 17 augustus 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2225, is opgenomen omdat er niet veel uitspraken zijn over de vraag hoe het Luchthavenindelingbesluit bij omgevingsvergunningen moet worden toegepast.
De zaak draait om een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan in Zwanenburg voor de bouw van 31 woningen. Het college van B&W Haarlemmermeer is voornemens de vergunning te verlenen. De daarvoor vereiste verklaring van geen bezwaar is door de staatssecretaris geweigerd, voor zover het gaat om de 21 koopwoningen. De staatssecretaris heeft aan de weigering ten grondslag gelegd dat het bouwplan ligt in zone 4 van het beperkingengebied, als bedoeld in artikel 2.2.1 lid 4 Luchthavenindelingbesluit Schiphol. In die zone zijn geen nieuwe woningen toegestaan. Toename van het aantal woningen in die zone moet worden voorkomen, gelet op de hoge geluidsbelasting als gevolg van het vliegverkeer. Daarvan kan in uitzonderingsgevallen, in het bijzonder in het geval “open gaten” worden benut, worden afgeweken. De staatssecretaris is van mening dat de locatie geen “open gat” is maar een bestaand bedrijventerrein dat zal worden geherstructureerd. De woningvoorraad wordt door de bouw op die plek vergroot, hetgeen in strijd is met de uitgangspunten van het Luchthavenindelingbesluit.
De Afdeling is van mening dat de bevoegdheid van de staatssecretaris om een verklaring te verlenen, gelet op het systeem van paragraaf 8.2.1 van de Wet luchtvaart, strikt moet worden uitgelegd, omdat daarmee uitzondering wordt gemaakt op de hoofdregel. Het beleid dat daarbij wordt toegepast (de Nota Schiphol) is niet onredelijk en niet in strijd met artikel 8.9 van de Wet luchtvaart en de bedoeling van die wet. De weigering houdt echter geen stand omdat de uitleg die de Staatssecretaris geeft aan het begrip “open gaten” te strikt is. De bestaande bedrijfsbebouwing hoeft niet eerst te zijn gesloopt voordat sprake is van een “open gat” waarvoor een verklaring van geen bezwaar kan worden aangevraagd. De Afdeling stelt dat er geen verschil bestaat tussen de situatie waarin gebouwen zijn gesloopt waardoor een open gat is ontstaan en vervolgens een verklaring van geen bezwaar wordt aangevraagd en de situatie waarin zeker is dat bestaande gebouwen zullen worden gesloopt waardoor een open gat ontstaat en die verklaring vóór het slopen wordt aangevraagd. In beide gevallen worden immers gebouwen gesloopt om vervolgens vervangen te worden door woningen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike