In het bestuursrecht is een overtreder degene die een overtreding pleegt of medepleegt (artikel 5:1, tweede lid, Awb). Voor het opleggen van een last onder dwangsom is bovendien vereist dat de overtreder het in zijn macht heeft de overtreding te beëindigen. Dit betekent niet dat iemand (al) overtreder is als diegene het in zijn macht heeft de overtreding te beëindigen. De Afdeling maakt het verschil nog eens duidelijk in de uitspraak van 22 augustus 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2804).
In dit geval was een last onder dwangsom opgelegd aan een vennootschap. Deze vennootschap was door het college aangemerkt als overtreder, omdat zij het in haar macht had de geconstateerde overtredingen te beëindigen.
De Afdeling wijst er echter op dat dát criterium niet relevant is voor de vraag of iemand overtreder is. Gelet op artikel 5:1, tweede lid, Awb is immers alleen van belang of iemand de overtreding pleegt of medepleegt. Of diegene het in zijn macht heeft de overtreding te beëindigen is vervolgens pas relevant voor de vraag of het college bevoegd was een dwangsom op te leggen. Naar vaste rechtspraak bestaat die bevoegdheid pas als een overtreder het in zijn macht heeft de overtreding te beëindigen (vgl. bijv. AbRvS 17 april 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ7696). Haal deze twee criteria dus niet door elkaar: bepaal eerst wie overtreder is en pas daarna – als een last onder dwangsom wordt opgelegd – of die overtreder het in zijn macht heeft de overtreding te beëindigen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique