Skip to main content

Geluid: verwaarloosbare overschrijding leidt niet tot beperking exploitatie onderneming

 “Denkend aan Holland, zie ik breede rivieren, traag door oneindig laagland gaan…. “ .

Bij het lezen van de uitspraak van de AbRvS van 10 september 2014 (nr. 201307901/1/A1) kwam deze gedachte op. Het primaire besluit dateert uit 2006, 8 jaar na dato volgt de uitspraak van de AbRvS!

De uitspraak is echter niet gesignaleerd als illustratie van trage besluitvorming, maar in verband met de overwegingen die zien op geluid (de kernoverwegingen staan in r.o. 9.3 en 9.4). In deze uitspraak komt de vraag aan de orde of een onderneming (een kunstcentrum met atelier, een kunstcafé en een terras) in haar exploitatie wordt beperkt doordat in de directe nabijheid een vrijstelling ex artikel 19 WRO (oud) is verleend ten behoeve van de bouw van 11 appartementen.

Het college is van mening dat het kunstcentrum niet in haar bedrijfsvoering wordt belemmerd en dat aan de geluidgrenswaarden is voldaan, op een zijgevel en de voorgevel na; op de voorgevel wordt de geluidgrenswaarde met 1 dB (A) overschreden.

De zijgevel wordt als dove gevel uitgevoerd. De AbRvS stelt, anders dan de rechtbank, dat de grenswaarden van het Barim niet gelden voor een dove gevel als bedoeld in artikel 1b, vierde lid, van de Wet geluidhinder. Dit omdat een dove gevel niet valt onder het begrip gevel als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Barim voor het begrip gevel aansluit bij de Wet geluidhinder. Daaruit volgt dat de overschrijding op de zijgevel geen gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van het kunstcentrum.

Ten aanzien van de voorgevel heeft het college zich terecht op het standpunt gesteld dat het gaat om een verwaarloosbare overschrijding  die niet leidt tot een verslechtering van de exploitatie (een geringe overschrijding van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau die het door het wegverkeer veroorzaakte referentieniveau niet overschrijdt). Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat het college te kennen heeft gegeven dat de bereidheid bestaat om, indien noodzakelijk, door middel van een maatwerkvoorschrift ter plaatse een hogere geluidbelasting toe te staan.

 

Let op; over de verhouding ruimtelijke ordening (bestemmingsplan) en maatwerkvoorschriften komt de AbRvS in de uitspraken van 28 mei 2014 (nr. 201305317/1/R3) en 3 september 2014 (nr. 201307924/1/R3) tot een ander oordeel. Dat kan waarschijnlijk worden verklaard door het feit dat de overschrijdingen in die uitspraken hoger waren.