Bestemmingsplannen die voorzien in detailhandel zijn de laatste tijd vaak onderwerp van rechtspraak. Aspecten die in dat kader veel aan bod komen zijn leegstand, duurzame ontwrichting en branchering. Binnenkort verschijnt hierover een uitgebreide nabeschouwing. Ter illustratie van dit onderwerp nu een uitspraak van 30 april 2014 (201306714/1/R1) over een bestemmingsplan voor het gebied Overstad te Alkmaar. De schil van Overstad krijgt een detailhandelsbestemming uitsluitend voor volumineuze artikelen. Appellanten zijn van mening dat met deze beperkte bestemming ten onrechte onderscheid wordt gemaakt ten opzichte van het centrum van Overstad, waarbinnen alle vormen van detailhandel zijn toegestaan. De raad onderbouwt dit onderscheid met de grootschalige bebouwing en de verkeerskundige structuur in de schil van Overstad, maar ook het voorkomen van leegstand. De ABRS acht dit ruimtelijk relevante omstandigheden en overweegt dat de raad bij het mogelijk maken van nieuwe detailhandel rekening moet houden met de gevolgen van een toename in leegstand voor het woon- en leefklimaat en ondernemersklimaat, ook al zou door nieuwe detailhandel geen duurzame ontwrichting van de voorzieningenstructuur ontstaan (zie ook ABRS 5 december 2012, 201200385/1/T1/R2). Overigens overweegt de ABRS tot slot nogmaals dat de Dienstenrichtlijn niet van toepassing is op regels over ruimtelijke ordening en stedenbouw en dus niet op ruimtelijk relevante voorschriften in een bestemmingsplan.