Aan het perceel van appellant is in het nieuwe bestemmingsplan Meppel – Binnenstad de gebiedsaanduiding ‘geluidzone – industrie’ toegekend. Op grond van de planregels mogen op deze percelen geen nieuwe woningen worden gebouwd. In het bestemmingsplan is verder bepaald dat bij omgevingsvergunningsvergunning van dit verbod afgeweken kan worden. De Afdeling overweegt dat deze binnenplanse afwijkingsmogelijkheid niet bij de planvergelijking betrokken mag worden. Dit had het college niet onderkend. Dit gebrek leidt echter niet tot vernietiging van het besluit.
De Afdeling overweegt dat artikel 6.1, lid 6 van de Wro zo moet worden begrepen dat het college van de verzoeker om planschade, kan verlangen dat deze zijn schade beperkt door een aanvraag voor een omgevingsvergunning in te dienen. Schade als gevolg van regels in een bestemmingsplan waarbij is aangegeven dat daarvan bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken, kan dus pas worden vastgesteld nadat een beslissing is genomen over het verlenen van een omgevingsvergunning. Het college kan het aanvragen van een dergelijke vergunning niet vergen als dit onredelijk belastend is. In het onderhavige geval was er geen aanvraag ingediend. De indiening daarvan beschouwde de Afdeling niet als onredelijk belastend. Onder deze omstandigheden heeft het college het verzoek van appellant terecht heeft afgewezen.
Appellant heeft verder verzocht om een vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand. Hij heeft echter geen opgave gedaan van de omvang van deze kosten. De Afdeling stelt voorop dat de tarieven uit het Besluit proceskosten bestuursrecht in dit geval niet van toepassing zijn. Maar bij het ontbreken van een nadere opgave mag het bestuursorgaan wel aansluiting zoeken bij Besluit proceskosten bestuursrecht. AbRvS 14 juni 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2333 (Meppel).
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke