In de uitspraak van de Afdeling van 16 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3046, is de vraag aan de orde of bij de uitleg van de bestemming ‘wonen’, betekenis toekomt aan de definitie die de planregels geven van het begrip ‘woning’, terwijl dat begrip in de planregel over de woonbestemming zelf niet voorkomt. Volgens die definitie gaat het bij een woning om huisvesting van één huishouden. Het gaat in deze zaak om de vraag of handhavend opgetreden kan worden tegen kamerbewoning, dus een vorm van wonen die niet onder deze definitie valt. De Afdeling oordeelt evenwel dat, nu dit begrip in de planregel over de woonbestemming zelf niet voorkomt, die definitie voor de uitleg van de woonbestemming geen betekenis heeft.
Het bestemmingsplan bevat verder geen omschrijving van het begrip ‘wonen’. In dat geval moet er volgens de Afdeling van worden uitgegaan dat diverse woonvormen zijn toegestaan, waaronder ook de verhuur van kamers aan individuele huurders. De Afdeling verwijst daarbij naar AbRvS 21 november 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY3690.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique