De gemeenteraad kan in een bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opnemen en zo de nadere invulling van het bestemmingsplan overlaten aan het college van burgemeester en wethouders (art. 3.6, lid 1, onder a, Wro). Vaststaande rechtspraak is echter dat de regels om de wijzigingsbevoegdheid te kunnen toepassen voldoende objectief begrensd moeten zijn; de rechtszekerheid vereist dat (zie onder meer AbRvS 21 april 2010, LJN: BM1793).
Uitspraak
De raad stelt zich op het standpunt dat de wijzigingsbevoegdheid voldoende duidelijk is en dat uit de wijzigingsbevoegdheid volgt dat uitsluitend van deze bevoegdheid gebruik kan worden gemaakt indien het om een verplaatsing van een bestaand verkooppunt van motorbrandstoffen gaat.
In de uitspraak van 9 juli (201307927/1/R1) overweegt de AbRvS het navolgende. Mede gelet op de rechtszekerheid van belanghebbenden dient in een wijzigingsbepaling in voldoende mate te worden bepaald in welke gevallen en op welke wijze hiervan gebruik mag worden gemaakt. Een wijzigingsbevoegdheid dient derhalve in deze beide opzichten door voldoende objectieve normen te worden begrensd. De vraag of een wijzigingsbepaling door voldoende objectieve normen wordt begrensd, hangt af van de omstandigheden van het geval. Hierbij kan onder meer belang worden gehecht aan de aard van de wijziging, de omvang van het gebied waarop de wijzigingsbevoegdheid ziet en de aanleiding voor het opnemen van de wijzigingsbevoegdheid.
In de planregels is niet gedefinieerd wat wordt bedoeld met een prioritaire verplaatsing. Uit de planregels wordt derhalve niet duidelijk wanneer sprake is van een prioritaire verplaatsing van een verkooppunt voor motorbrandstoffen dat elders in Haarlemmermeer is gevestigd als bedoeld in artikel 23 van de planregels. Derhalve is naar het oordeel van de AbRvS onduidelijk in welke gevallen van de wijzigingsbevoegdheid gebruik kan worden gemaakt. Gelet hierop is het bestreden besluit, voor zover dat ziet op artikel 23 van de planregels, genomen in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Het beroep van de vereniging wordt dan ook gegrond verklaard en het bestreden besluit wordt vernietigd.