Skip to main content

Wat te bewijzen bij verbeurte?

Het is vaste rechtspraak dat aan een invorderingsbesluit een deugdelijke en controleerbare vaststelling van relevante feiten en omstandigheden ten grondslag moet liggen. Uit AbRvS 16 december 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:3827) blijkt nog een keer dat het van belang is dat het bewijs voor verbeurte van een een dwangsom goed aansluit bij de precieze inhoud van de last.

B&W hadden in dit geval onder meer gelast dat de houtvoorraad op een perceel niet meer dan een bepaalde hoeveelheid mocht bedragen ten behoeve van opslag en/of verwerking als haardhout ten behoeve van de verwarming van een pand. Als de last zo is geformuleerd, is de enkele constatering van een bepaalde hoeveelheid boomstammen op het betreffende perceel onvoldoende als bewijs voor overtreding van de last.

Gelet op de inhoud van de last was immers vooral ook van belang voor welk doel de boomstammen zijn opgeslagen. Er was onvoldoende bewijs dat ook aan het in de last gestelde oogmerk was voldaan. De Afdeling acht niet bewezen dat de boomstammen aanwezig waren om te worden verwerkt tot haardhout.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique