De uitspraak van 17 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:367, is opgenomen als waarschuwing. Dezelfde term kan in verschillende regelgeving zijn opgenomen en daarmee verschillende betekenissen hebben. Hier in dit geval gaat het om de term “bestaand bebouwd gebied” uit artikel 3.1.6. Bro en artikel 13 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) van de provincie Noord-Holland.
De gemeenteraad van Waterland heeft het bestemmingsplan “Uitdam – Zeedijk 1” vastgesteld. Op grond van de PRV is in het buitengebied is woningbouw niet toegestaan. Bestaand bebouwd gebied wordt in artikel 9 van de PRV gedefinieerd als de bestaande of de bij een – op het moment van inwerkingtreding van deze verordening – geldend bestemmingsplan toegelaten woon- of bedrijfsbebouwing, uitgezonderd bebouwing op agrarische bouwpercelen en kassen. Onder toegelaten woonbebouwing wordt mede begrepen de daarbij behorende bebouwing ten behoeve van openbare voorzieningen, verkeersinfrastructuur alsmede stedelijk water en stedelijke groen van een stad, dorp of kern. De gemeenteraad heeft voor wat betreft de definitie van bestaand bebouwd gebied echter aangeknoopt bij de definitie uit artikel 1.1.1. Bro. Daarin is bestaand stedelijk gebied gedefinieerd als het bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur zoals dat in het voorgaande bestemmingsplan is opgenomen. Een gedeelte van het perceel is echter op grond van de PRV niet als bestaand bebouwd gebied aan te merken. Daarmee is het bestemmingsplan in strijd met de PRV. Ook op andere punten is het bestemmingsplan in strijd met de PRV. Daarom wordt het plan vernietigd en moet de gemeenteraad van de gemeente Waterland opnieuw aan de slag.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike