Skip to main content

Verkoop van lachgas

Burgemeester en wethouders van Arnhem probeerden met behulp van de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit een einde te maken aan de verkoop van lachgas door een nachtwinkel en een groothandel. Zij legden beide bedrijven een last onder dwangsom op wegens overtreding van twee zorgplichten, te weten artikel 9.2.1.2 van de Wet milieubeheer (zorgplicht om o.a. gevaren voor de gezondheid en het milieu van bepaalde stoffen te voorkomen) en artikel 2.1, lid 2, onder e, van het Activiteitenbesluit (zorgplicht voor de drijver van een inrichting om luchtverontreiniging te voorkomen dan wel zoveel mogelijk te beperken).

De AbRvS maakt er in haar uitspraak van 30 november 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:3516) korte metten mee. Het bevoegd gezag voor de handhaving van artikel 9.2.1.2 van de Wet milieubeheer is de minister van Infrastructuur en Milieu en niet een college van B en W. Ook artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit kon geen basis bieden voor handhaving. Weliswaar is lachgas een krachtig broeikasgas, maar deze milieuschade veroorzaken kopers van het lachgas door dit buiten de inrichting te inhaleren. Het ging hier dus niet om gevolgen voor het milieu, veroorzaakt door het in werking zijn van de inrichting, als bedoeld in artikel 2.1. De Afdeling verklaart vernietigt de beslissing op bezwaar en herroept het primaire besluit. Conclusie is dat de last onder dwangsom niet meer geldt.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan