Skip to main content

Verhouding planregels en Besluit omgevingsrecht

19 juni 2020

AbRvS 17 juni 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1413. Bij tussenuitspraak van 11 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4187, heeft de Afdeling onder andere geoordeeld dat het besluit tot vaststelling van bestemmingsplan “Herenweg 14b, Rijnsaterwoude” van de raad van de gemeente Kaag en Braassem in strijd is met artikel 3:2 van de Awb. De raad had namelijk rekening willen houden met het in het provinciaal beleid verankerde belang van het behoud van doorzichten zoals dat is geformuleerd in het gebiedsprofiel “Hollands Plassengebied”, maar heeft tegelijkertijd een planregeling vastgesteld voor bijgebouwen die er toe kan leiden dat de doorzichten naar het achterliggende landschap niet behouden blijven.

De raad heeft een herstelbesluit genomen. Appellant kan zich met dit herstelbesluit niet verenigen omdat de doorzichten ook met de vaststelling van het herstelbesluit niet behouden blijven. Volgens hem kunnen ten onrechte tuinmeubilair en speeltoestellen tot 2,5 m hoog en erfafscheidingen tot 2 m hoog worden geplaatst op de gronden met de aanduiding “openheid”.

Naar het oordeel van de Afdeling zou, zoals appellant kennelijk wenst, het opnemen van een planregel die het plaatsen van tuinmeubilair, speeltoestellen en erfafscheidingen, zoals bedoeld in de genoemde bepalingen van het Bor, uitsluit, zich niet verdragen met de in het Bor gemaakte keuze om deze activiteiten vergunningvrij mogelijk te maken. De Afdeling is daarom van oordeel dat de raad bij de vaststelling van het plan terecht de mogelijkheden voor het plaatsen van het hiervoor bedoelde tuinmeubilair, de speeltoestellen en erfafscheidingen op de gronden met de aanduiding “openheid” niet heeft beperkt.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Rob