Skip to main content

Uitvoeren bouwwerkzaamheden

29 augustus 2017

In de uitspraak van AbRvS 12 april 2017 ECLI:NL:RVS:2017:987 komt de vraag aan de orde of de omgevingsvergunning voor het herstellen van de fundering van de panden terecht is verleend gelet op art. 8.2 Bouwbesluit waarin staat (kort gezegd) dat hinder voor de omgeving zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Het pand van appellant grenst aan het pand waarvoor de omgevingsvergunning voor funderingsherstel is verleend. Deze funderingswerkzaamheden zijn voorafgaand aan de mondelinge behandeling al uitgevoerd. Als gevolg van trillingen door de heiwerkzaamheden is volgens appellant schade aan zijn pand ontstaan. Appellant is van mening dat onvoldoende maatregelen zijn getroffen om schade te voorkomen.   De Afdeling wijst op een oudere uitspraak, AbRvS 24 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1984, en stelt dat de Nota van Toelichting op art. 8.2 duidelijk maakt dat onveilige situaties niet volledig voorkomen kunnen worden. Het project voorziet in het toepassen van inwendig geheide stalen buispalen, welke methode volgens het college algemeen bekend staat als trillingsarm en er is een monitoringsverplichting opgelegd. Daarmee heeft het college voldoende het belang van het voorkomen van hinder in de omgeving van het pand meegewogen. Dat achteraf is geconstateerd dat schade als gevolg van de werkzaamheden zou zijn ontstaan, maakt die conclusie niet anders. Art. 8.2 Bouwbesluit strekt er niet toe om schade te voorkomen, maar om schade zoveel als mogelijk te voorkomen.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike