AbRvS 8 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:924, is opgenomen vanwege de discussie over de ontvankelijkheid van het beroep van Lidl tegen een bestemmingsplan waarmee de vestiging van woningen en commerciële functies (waaronder mogelijk ook supermarkten) in Amsterdam Zuid – Oost mogelijk wordt gemaakt.
Lidl heeft wel beroep, maar geen zienswijzen ingediend. In principe is het beroep van Lidl in strijd met art. 6:13 Awb. Echter, gelet op de Varkens-in-Nood jurisprudentie, moet worden beoordeeld of Lidl belanghebbende is. Want bij omgevingsrechtelijke besluiten die zijn voorbereid met afdeling 3.4 Awb, wordt artikel 6:13 Awb alleen nog tegengeworpen aan niet-belanghebbenden die verwijtbaar geen zienswijze naar voren hebben gebracht over het ontwerpbesluit. Voor het antwoord op de vraag of het beroep van Lidl ontvankelijk is, is dus beslissend of zij belanghebbende is.
Op de zitting heeft Lidl te kennen gegeven dat zij met name wordt geraakt in concurrentiebelang en negatieve ruimtelijke effecten die worden veroorzaakt door onder meer de verkeersbewegingen en het parkeren in de omgeving.
Volgens vaste jurisprudentie (onder meer de uitspraak van de Afdeling van 7 maart 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA0085), is degene wiens concurrentiebelang rechtstreeks is betrokken bij een besluit, belanghebbende. Niet in geschil is dat Lidl werkzaam is in hetzelfde marktsegment en hetzelfde verzorgingsgebied als de supermarkten waarin het bestemmingsplan voorziet. Lidl is uit hoofde van het zijn van concurrent niet zonder meer belanghebbende bij elk besluit dat haar concurrenten betreft. Dat is alleen het geval als haar belang rechtstreeks is betrokken bij dat besluit. Of dat het geval is, hangt af van de aard van het (te nemen) besluit en de gevolgen die de Lidl daarvan ondervindt.
In dit geval ontbreken die gevolgen. De maximale brutovloeroppervlakte aan supermarkten in het plangebied, is beperkt ten opzichte van de bestaande situatie. Verder is sprake van een toevoeging van woningen en daarmee van potentiële klanten van Lidl. Daarmee is zij geen belanghebbende bij dit besluit en kan haar worden verweten geen zienswijze te hebben ingediend, alvorens beroep in te stellen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike