De uitspraak over het bestemmingsplan “Nieuwesluizerweg 42 Slootdorp” van de gemeente Hollandse Kroon is allereerst interessant vanwege de overwegingen over de ontvankelijkheid van een van de beroepen. De gemeenteraad stelt dat een van de beroepen tegen dit bestemmingsplan te laat zou zijn ingediend. De gemachtigde van deze appellant stelt het beroepschrift binnen de beroepstermijn, bij een afhaaldienst van PostNL te hebben aangeboden om aangetekend te worden verzonden. Het is na de beroepstermijn, maar binnen een week na afloop van deze termijn, door de Raad van State ontvangen. Het bewijs van het tijdig ter post aanbieden van het beroepschrift wordt in dit geval niet geleverd door de track-and-trace code van het beroepschrift zelf. Maar door de track-and-trace codes van andere beroepschriften die deze gemachtigde omstreeks dezelfde datum aan de Afdeling heeft gezonden en die wel tijdig zijn bezorgd. Omdat de track-and-trace codes op volgorde worden toegekend, is het volgens de gemachtigde aannemelijk dat het beroepschrift tijdig ter post is bezorgd. De Afdeling acht dit eveneens aannemelijk, zie AbRvS 5 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2583.
Daarnaast zijn de overwegingen over het gemeentelijk beleid over huisvestiging van tijdelijke medewerkers nog aardig om te vermelden. In het beleid is in art. 6 een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. Het artikel geeft het college de mogelijkheid om ontwikkelingen die niet passen binnen de door de raad gestelde beleidsregels voor te leggen aan de raad. Art. 6 bevat geen eigen toetsingskader, om die reden is volgens appellanten dit artikel in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. De Afdeling stelt dat het toepassen van artikel 6 moet voldoen aan art. 4:84 van de Awb. De Afdeling herhaalt de algemene lijn dat het bestuursorgaan aan de hand van alle omstandigheden van het geval moet nagaan of zich bijzondere omstandigheden voordoen in de zin van artikel 4:84 van de Awb die maken dat het handelen in overeenstemming met de beleidsregels gevolgen heeft die onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen, zie AbRvS 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840. Volgens de Afdeling kon art. 6 in de Beleidsregels worden opgenomen.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Janike