Schade aardgaswinning Groningen – Conclusie staatsraad A-G over prejudiciële vragen
Op 5 juli 2023 heeft staatsraad A-G Snijders een conclusie uitgebracht over zogenoemde prejudiciële vragen van de rechtbank Noord-Nederland. De conclusie gaat over de vraag of het recht op schadevergoeding vanwege de Groninger gaswinning al dan niet is overgedragen op de koper van een woning. Deze conclusie is het signaleren waard, omdat art. 16 Tijdelijke wet Groningen de enige bestuursrechtelijke bepaling is die de mogelijkheid geeft om prejudiciële vragen te stellen aan de Afdeling. In het civiel procesrecht en het belastingprocesrecht bestaat de mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad al langer. Elders in het bestuursrecht en dus ook het omgevingsrecht kennen we deze mogelijkheid niet.
In de onderliggende zaak had de aanvrager na de verkoop, maar voor de levering, schadevergoeding gevraagd bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). Het IMG had de vergoeding ná de levering toegekend, maar is daar later op teruggekomen. De aanvraag is alsnog afgewezen. De staatsraad A-G concludeert dat het IMG de schadevergoeding mag intrekken als deze ten onrechte is toegekend en de verkoper dat behoorde te weten. Op het tijdstip waarop het IMG op de aanvraag beslist, moet de aanvrager recht hebben op de vergoeding. Vervolgens gaat de staatraad A-G in op de betekenis van het overdrachtsbeding in de standaard NVM-koopakte. Het beding in die akte laat alle bestaande aanspraken op vergoeding van schade aan de woning overgaan op de koper. Dat is volgens staatsraad A-G niet altijd de bedoeling van de verkoper en koper, terwijl hun bedoeling beslissend is. Volgens hem moet dan onderzocht worden wat de partijbedoeling is geweest. Het IMG moet de vergoeding aan de verkoper betalen als de koper geen mededeling aan het IMG heeft gedaan van het feit dat het recht op de vergoeding aan hem is overgegaan. De wet eist namelijk dat daarvan mededeling wordt gedaan aan degene die moet betalen. Het IMG mag de koper wijzen op de noodzaak om die mededeling te doen. Het IMG zal behoorlijk moeten onderzoeken of een overgang van het recht op de vergoeding tussen de verkoper en koper is afgesproken. Het kan niet alleen afgaan op het feit dat gebruik is gemaakt van de NVM-koopakte waarin dat beding staat of van een leveringsakte met een vergelijkbaar beding. Staatsraad A-G, 5 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2590.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke