Skip to main content

Rubbergranulaat in kunstgrasvelden

Rubbergranulaat wordt veel gebruikt als ‘infill-materiaal’ voor kunstgrasvelden, hoewel het nogal wat kwalijke stoffen bevat zoals o.a. PAK’s en zware metalen. Voor de stichting InStrepitus was dit reden om B&W Tilburg te vragen handhavend op te treden tegen de eigen gemeente op grond van de in artikel 13 Wet bodembescherming neergelegde zorgplichtbepaling. Deze bepaling richt zich o.a. op de preventie van bodemverontreiniging door een ieder te verplichten om alle maatregelen te nemen die met het oog op preventie redelijkerwijs kunnen worden gevergd. Tegen het besluit op dit verzoek – B&W Tilburg volstonden met een waarschuwingsbrief – stelde de stichting beroep in. In haar uitspraak van 9 oktober 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2944; zie ook ECLI:NL:RVS:2022:3012 en 3013) oordeelt de AbRvS dat de zorgplicht niet inhoudt dat alle verspreiding van rubbergranulaat buiten de velden volledig moet worden voorkomen. Het is voldoende om de maatregelen te treffen die in twee zorgplichtdocumenten van o.a. het RIVM zijn opgenomen. Die maatregelen mogen gelden als de maatregelen die redelijkerwijs kunnen worden gevergd. Verwijdering van het rubbergranulaat zoals de stichting wilde, was daarom niet nodig.

Maar artikel 13 Wbb bevat ook een repressieve zorgplicht, d.w.z. de plicht om een verontreiniging of aantasting van de bodem zo veel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Omdat niet alle maatregelen uit de zorgplichtdocumenten waren toegepast en het granulaat daardoor ook buiten de velden verspreid was geraakt, was handhaving op grond van deze repressieve zorgplicht geboden. Naar het oordeel van de ABRvS konden B&W Tilburg gelet op het handhavingsbeleid in dit kader volstaan met een waarschuwing en mochten zij afzien van het nemen van een handhavingsbesluit.

Voor meer informatie over deze zaak kunt u contact opnemen met Jan