In AbRvS 20 april 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:1058) is een handhavingsbesluit aan de orde ten aanzien van een zonder vergunning geplaatste rij betonblokken ter afscheiding van een perceel. Door deze betonblokken was het bedrijf van verzoeker om handhaving minder goed bereikbaar. Hij verzoekt het college om handhaving. Na bezwaar gaat het college tot handhaving over wegens overtreding van artikel 2.1, lid 1, onder a en c, Wabo (zonder vergunning bouwen en afwijken van het bestemmingsplan). De rechtbank laat dit besluit in stand.
In hoger beroep stelt overtreder dat geen bevoegdheid tot handhaving bestond, omdat voor het plaatsen van betonblokken geen vergunning voor bouwen is vereist. De betonblokken zijn geen bouwwerken. Voor zover dat wel zo is, zijn deze volgens overtreder aan te merken als vergunningvrije erf- of perceelafscheiding in de zin van artikel 2, onderdeel 12, Bijlage II Bor.
Is de rij betonblokken een bouwwerk? Een bouwwerk is volgens vaste rechtspraak elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren. Terecht heeft de rechtbank volgens de Afdeling geoordeeld dat de rij betonblokken een bouwwerk is. Daarvoor is van belang dat de betonblokken direct steunen op de grond, bedoeld zijn om ter plaatse voor langere tijd te blijven en dat de rij in zijn geheel een constructie van enige omvang is.
Voor het bouwwerk is dus een omgevingsvergunning vereist, tenzij sprake is van een vergunningvrije erf- of perceelafscheiding, zoals overtreder stelt. Dat is het geval als sprake is van een erf- of perceelafscheiding niet hoger dan één meter (artikel 2, onderdeel 12 onder a Bijlage II Bor). Niet ter discussie staat dat de betonblokken niet hoger zijn dan één meter, maar volgens de Afdeling is geen sprake van een erfafscheiding, omdat geen sprake is van een erf (in de zin van artikel 1, lid 1, Bijlage II Bor). Daarvoor is vereist dat de grond waarop het bouwwerk staat direct bij het hoofdgebouw ligt, wat hier niet het geval is.
Evenwel gaat de rechtbank er volgens de Afdeling ten onrechte aan voorbij dat wel sprake is van een vergunningvrije perceelafscheiding. De rij betonblokken is gevormd op de perceelgrens met als doel om die grens af te schermen van derden. In hun samenhang kunnen de blokken bovendien fungeren als afscheiding. Daarmee zijn de betonblokken vergunningvrij en was het college niet bevoegd tot handhaving.
Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Monique