Skip to main content

Rechter niet gehouden tot beantwoorden principiële vragen

In de uitspraak van 25 juni 2014, nr. 201305685/1/A4 heeft de Afdeling het hoger beroep van de minister ongegrond verklaard omdat de minister geen rechtens te beschermen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Dat de minister, zoals ter zitting is gesteld, een uitspraak wil krijgen vanwege toekomstige zaken maakt dit niet anders. De overwegingen van een rechter over de belanghebbendheid zijn niet bindend in andere zaken. Naar vaste jurisprudentie is de bestuursrechter alleen tot het beantwoorden van rechtsvragen geroepen in een geschil met betrekking tot een besluit. Waar een zodanig geschil niet langer bestaat, is de bestuursrechter niet meer tot beantwoording van al dan niet principiële vragen gehouden. Daarbij verwijst de Afdeling naar de uitspraken van 13 juni 2007 in zaak nr. 200608081/1 en 23 januari 2008 in zaak nr. 200704003/1.