19 november 2021
AbRvS 17 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2599. Bij besluit van 10 juli 2018 hebben GS Zuid-Holland de raad van de gemeente Rotterdam een reactieve aanwijzing gegeven ertoe strekkende dat de in het besluit aangeduide plan(onder)delen geen deel blijven uitmaken van het bestemmingsplan “Hoek van Holland – Buitengebied”. Bij tussenuitspraak van 8 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1020, heeft de Afdeling GS opgedragen om het gebrek in het besluit van 10 juli 2018 te herstellen. Ter uitvoering van de tussenuitspraak hebben GS bij besluit van 29 september 2020 de reactieve aanwijzing gewijzigd vastgesteld (hierna: herstelbesluit).
In de tussenuitspraak is overwogen dat GS in de reactieve aanwijzing niet per perceel inzichtelijk hebben gemaakt waarom omzetting van de bestaande bedrijfswoningen in burger- dan wel plattelandswoningen leidt tot een onevenredige aantasting van de omvang en bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied.
De raad betoogt dat GS nog steeds niet inzichtelijk hebben gemaakt dat de omzetting van de in het herstelbesluit aangewezen woningen de herstructurering van het glastuinbouwgebied onevenredig aantasten.
De Afdeling is van oordeel dat de burger- dan wel plattelandswoningen voor verschillende locaties weliswaar leiden tot een aantasting van de omvang en de bruikbaarheid van het glastuinbouwgebied, maar dat GS nog steeds niet adequaat hebben onderbouwd dat deze aantasting onevenredig is. Bij de vraag of de omvang en de bruikbaarheid van het teeltgebied niet onevenredig worden aangetast, dient ook rekening te worden gehouden met de toekomstige situatie van het teeltgebied, dus ook met de herstructureringsmogelijkheden. GS hebben per perceel afgewogen of de woning herstructurering binnen het glastuinbouwgebied in de weg staat. Daarbij gaat het college ervan uit dat een herstructurering er juist ook op ziet om bestaande belemmeringen weg te nemen. GS gaan er daarbij vanuit dat het mogelijk is het gebied geheel opnieuw in te richten om zo de optimale kavels te realiseren. Ter zitting is echter gebleken dat er tot nu toe geen concrete plannen voor een dergelijke herstructurering van het glastuinbouwgebied in Hoek van Holland zijn. De Afdeling is van oordeel dat het college teveel is uitgegaan van een vooral theoretische benadering wat betreft de herstructureringsmogelijkheden voor het gebied als geheel, waarvan niet afdoende duidelijk is of deze wel aansluit bij de werkelijkheid. De Afdeling is van oordeel dat het herstelbesluit is vastgesteld in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Awb.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Rob