Skip to main content

Planschade: vergoeding kosten geluidsmaatregelen

De uitspraak van de AbRvS van 29 oktober 2014, nr. 201400145/1/A2, valt allereerst op omdat aan de verzoeker om planschade een vergoeding wordt toegekend van € 107.888,51, terwijl hij in de procedure tot en met de rechtbankuitspraak nul op het rekest kreeg. Inhoudelijk betreft het ook een interessante uitspraak, waarin zoveel feitelijke en juridische aspecten aan de orde komen dat wij de geïnteresseerde lezer aanbevelen om kennis te nemen van de gehele uitspraak. Eén aspect uit de uitspraak zal in deze bijdrage behandeld worden en dat betreft de schadevergoeding voor de kosten van geluidsisolerende maatregelen.

Het evenementencentrum, De Zuidoosthal, gevestigd te Emmen, had de gemeenteraad van de gemeente Emmen verzocht om vergoeding van planschade. De oorzaak van de gestelde planschade was een vrijstellingsbesluit krachtens artikel 19 van de WRO (oud). Op grond van dit vrijstellingsbesluit werd woningbouw mogelijk op een afstand van ongeveer 50 meter van het evenementencentrum. Deze oprukkende woningbouw leidt tot beperkingen in het geluidsniveau dat het evenementencentrum mag produceren. De Zuidoosthal heeft dan ook verzocht om een vergoeding van schade, bestaande uit o.a. de kosten van gevelisolatie.

De rechtbank oordeelde dat het niet aannemelijk is dat de gestelde schade het gevolg is van het vrijstellingsbesluit. Daartoe overwoog de rechtbank dat het evenementencentrum ook onder de oude planologische situatie niet aan de van toepassing zijnde geluidsnormen kon voldoen, omdat elders ook reeds woningen in de nabijheid van het evenementencentrum lagen. De AbRvS volgt het oordeel van de rechtbank niet. Daarbij overweegt de AbRvS dat het vrijstellingsbesluit tot een verdergaande planologische beperking van de geluidsruimte heeft geleid zodat zich voor de evenementenhal een planologische verslechtering heeft voorgedaan. Dat de gemeente de oude geluidsnormen niet gehandhaafd heeft, doet daaraan niet af.

Een tweede twistpunt betreft de vraag of er daadwerkelijk sprake is van de gestelde schade, te weten de extra kosten voor isolatiemaatregelen. De rechtbank had overwogen dat het evenementencentrum onvoldoende had aangetoond, dat de schade zich daadwerkelijk had voorgedaan. De AbRvS maakt korte metten met deze overweging. De AbRvS concludeert dat er bouwvergunningen zijn verleend voor het aanbrengen van de isolatiemaatregelen en dat uit het onderzoek ter plaatse de indruk is ontstaan dat isolatiemaatregelen zijn getroffen. Gelet hierop dient het er volgens de AbRvS voor te worden gehouden dat de extra kosten van isolatiemaatregelen zich daadwerkelijk hebben voorgedaan. Er volgt vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en de AbRvS kent, het geschil finaal beslechtend, aan het evenementencentrum een vergoeding toe van € 107.888,51 voor de extra kosten van geluidsisolerende maatregelen.