Skip to main content

Planschade: schade geheel onder maatschappelijk risico

 

In de uitspraak van 24 december 2014, nr. 201402721/1/A2, oordeelt de AbRvS in afwijking van het gemeentebestuur en de rechtbank dat de schade geheel onder het normaal maatschappelijk risico (NMR) valt in de zin van artikel 6.2 lid 1 Wro.

In het bestreden besluit had het gemeentebestuur aangesloten bij de forfaitaire regeling voor het NMR, zoals opgenomen in artikel 6.2 lid 2 Wro. In navolging daarvan was geconcludeerd dat de schade, gelijk aan twee procedure van de waarde van het object voorafgaand aan de inwerkingtreding van de planologische maatregel onder het normaal maatschappelijk risico viel. Aan verzoeker werd vervolgens een tegemoetkoming toegekend van € 13.000,-. De initiatiefnemer van het project, die een planschadeverhaalsovereenkomst had gesloten, kon zich hiermee niet verenigen. Hij stelde zich op het standpunt dat de schade geheel onder het NMR viel in de zin van artikel 6.2 lid 1 Wro.

In de uitspraak herhaalt de AbRvS allereerst haar standaardoverweging dat aan artikel 6.2 lid 1 Wro zelfstandige betekenis toekomt. Vervolgens oordeelt de AbRvS dat gezien de toelichting bij het projectbesluit, de afmetingen van het nieuw te realiseren object en de afstand tot het schadeobject, zich ter plaatse geen grote aantasting van de bestaande stedenbouwkundige structuur en het woonklimaat zal voordoen. Daar komt volgens de AbRvS bij dat de schade relatief gering van omvang is. Onder verwijzing naar artikel 6.2 lid 1 Wro concludeert de AbRvS dat de schade niet uitstijgt boven de financiële nadelen die tot het normale maatschappelijke risico behoren.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke.