Skip to main content

Planschade: motivering voorzienbaarheid en NMR

De onderhavige planschadezaak is interessant voor wat betreft de overwegingen over voorzienbaarheid en normaal maatschappelijk risico. De Lunet B.V. had bij het college van B&W van Breda een verzoek om een tegemoetkoming ingediend, omdat de detailhandelbestemming op zijn winkelcentrum was wegbestemd.

Ten aanzien van de voorzienbaarheid gaat het in hoger beroep om twee vragen: 1. Is de detailhandelsnota – het beleidsdocument dat tot voorzienbaarheid zou leiden – voldoende concreet; 2. Kan uit de publicatietekst voldoende afgeleid worden waar het beleidsdocument betrekking op heeft.

De eerste vraag beantwoordt de Afdeling met ‘Ja’, de tekst van de nota was voldoende concreet. Wij verwijzen u naar r.o. 4.1 van de uitspraak, waarin tekstonderdelen van de nota zijn opgenomen.

De Afdeling acht de tekst van de publicatie niet genoeg concreet om te kunnen aannemen dat de ontwikkeling voor De Lunet voorzienbaar was. Daarbij vindt de Afdeling tevens van belang dat niet aannemelijk is gemaakt dat de nota ten tijde van belang op de website van de gemeente gepubliceerd was. Dat de nota via ‘google’ eenvoudig te vinden zou zijn, zoals het college stelde, doet daaraan niet af omdat op een aspirant-koper geen onderzoeksplicht rust. Daaraan voegt de Afdeling toe dat er in het kader van een onderzoeksplicht geen onderscheid moet worden gemaakt tussen een professionele en niet-professionele koper (r.o. 5.1 en 5.2).

Tot slot het NMR, dat in deze zaak vastgesteld was op 5%. De Afdeling acht de motivering té algemeen gesteld voor de betrekkelijk hoge aftrek van 5%. Ook op dit punt kan de uitspraak derhalve niet in stand blijven. Zie tussenspraak van de AbRvS van 17 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1293.

Voor meer informatie over deze uitspraak kunt u contact opnemen met Ineke